Verven zijn bindmiddelmengsels, pigment en oplosmiddel, met additieven die de kwaliteit van de coating verbeteren.
Afhankelijk van het type ondergrond dienen verven aan aanvullende eisen te voldoen:
• Voor muren – ze moeten bestand zijn tegen wassen en waterdamp kunnen doorlaten, wat zorgt voor “ademende muren".
– lijm verven – hun voordeel is een hoge dampdoorlaatbaarheid en een lage prijs, het nadeel van een lage slijtvastheid en geen weerstand tegen wassen met vinyl – ze zijn bestand tegen schuren en wassen
– acryl – ze worden gekenmerkt door een hoge weerstand tegen wassen
– silicaat en siliconen – gebruikt voor het schilderen van gevels – bieden de beste bescherming tegen weersomstandigheden.
• Voor hout – bescherm het hout tegen water, mechanische beschadiging en in combinatie met impregnaties beschermen tegen schimmels, schimmels en insecten.
• Voor metaal – bescherm het metaal (meestal staal) tegen corrosie.
Soorten verf afhankelijk van het doel:
• Aanzuigen – rechtstreeks op de ondergrond aangebracht, voor een betere verfhechting. Grondverven voor staalproducten neutraliseren roest en voorkomen de vorming ervan.
• Onderlaag – aangebracht op een eerder gegronde en vooraf geëgaliseerde ondergrond (plamuren gebruiken) – om het oppervlak te verenigen en de kleur te egaliseren.
• Oppervlak – vormen de buitenste laag van de verflaag. Ze geven de coatings een decoratief uiterlijk, beschermen tegen weersomstandigheden en slijtage.
• Emmalie – zijn een soort aflakverven die een bijzonder glad oppervlak geven met een hoge glans en zeer goed bestand zijn tegen beschadigingen.
Afhankelijk van het type afwerking van het geverfde oppervlak onderscheiden we verven: traditioneel (glimmend, halfmat of mat), structureel (met een factuur), spray en beglazing (rustiek oppervlak).